Het bloed aan boord van de Lifeliner2 is te danken aan een samenwerking tussen de Bloedtransfusiedienst Erasmus MC en de vliegende trauma-artsen. Tot nu toe moest een extra voertuig rijden om transfusiebloed op de plaats van het ongeval te krijgen.
Het Mobiel Medisch Team is gestationeerd op Rotterdam The Hague Airport (voorheen luchthaven Zestienhoven). De heli rukt uit voor ongevallen of misdrijven op slecht bereikbare of afgelegen plaatsen, zoals de havens, Maasvlakte of polders. Toediening van bloed ter plekke kan noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld ernstig gewonde verkeersslachtoffers in leven te houden.
Het vervoeren van bloed door de lucht stelt het transfusielaboratorium voor logistieke uitdagingen, legt prof. Yolanda B. de Rijke uit, afdelingshoofd Klinische Chemie: “Bloedproducten moeten doelmatig worden gebruikt. Als dit niet gebeurt, kost dat geld en is dat bovendien onethisch richting de donor.”
Volgens de geldende richtlijn mag alleen bloed worden hergebruikt dat niet kouder is geweest dan 2 graden en niet warmer dan 10 graden. Hiervoor is nu een temperatuurgecontroleerde transportkoffer beschikbaar. Als die gesloten is, blijven de bloedproducten minstens twintig uur onder de 10 graden. De koffer bevat een geavanceerde temperatuurlogger, waarmee na elke vlucht via WiFi het temperatuurbeloop kan worden uitgelezen. Mocht de temperatuurgrens toch zijn overschreden, dan wordt op aanvraag een nieuw koffertje geleverd, aldus De Rijke.
Een tweede uitdaging is voldoen aan de wettelijke verplichting dat bloedproducten traceerbaar moeten zijn, op hun route van donor naar patiënt. Om volledige traceerbaarheid te garanderen, ook in drukke, stressvolle omstandigheden, registreert het bloedtransfusielaboratorium automatisch deze route. Dit gebeurt nadat het MMT de patiënt heeft geïdentificeerd. Dit alles wordt ondersteund door een speciale transfusiemodule in het laboratoriuminformatiesysteem LabTrain.
[bron: intranet Erasmus MC]